U heeft javascript uitgeschakeld. Hierdoor staat de index niet links maar onderaan.

HoofdIndexUitleg

Versie 17-4-2017

Genealogie Schuiringe (1)

Generatie I

Ia  Roelof Schuiringe, overleden 1570 in Peize (voor 1577).
Bij de verdeling van de Peizer marke in 1778, zie Drentse Rechtsbronnen, Willekeuren enz. van J. Heringa cs., ondertekent Johan Schuiringe "voor min moeder Talle" (afschrift 16de eeuw). In een afschrift uit de 17de eeuw wordt Talle gelezen als "sall.", maar het lijkt onwaarschijnlijk dat hij wegens zijn overleden moeder tekent.
Bij de verdeling in 10 porties, waarbij de 42 waardelen worden verdeeld om gemakkelijker te kunnen werken, wordt bij een der porties genoemd Johan Schuiringe, schultes, Jacob en Barelt Schuiringe, Harmen Ebbinge, Berent Heijnes ende Arien Hoebers, samen 4 buirdelen en een vordel (vierde deel), dit in tegenstelling tot de andere porties, waar de afzonderlijke families meestal worden genoemd en waar ook vele keren andere Schuiringes voorkomen. Verderop bij de uitloting wordt genoemd salige Roeleff Schuiringe sons met haer consorten.
Johan (schultes), Jacob en Barelt zijn dus zoons van Roeleff Schuiringe en Talle. De anderen zijn mogelijk schoonzoons of onverwant.

Groninger Archieven, toegang 547 Familie Lewe, 1300 - 1949, Inv. 135:
Akte van ruil, waarbij Evert Lewe te Asinga, jonker en hoveling te Ulrum enz., aan Albert Schuiringe, Johan Schuiringe, schulte te Peize, Gerrijt Hindricks en Wolter Drees, die mede optreden voor hun vrouwen, overdraagt 5 vierendelen buurdeel in Horstemerslag, groot 20 grazen en gelegen tegen "des pastoorts wringe" te Peize, en daarvoor in eigendom terug ontvangt 1 vol buurdeel in Horstemerslag bij "der Hanzouw", groot 14 grazen, datering 1632.

Gehuwd met Talle? ?.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Johan Schuiringe (zie IIa).
2. Jacob Schuiringe.
3. Bareld Schuiringe.
 

Generatie II

IIa  Johan Schuiringe, zoon van Roelof Schuiringe (zie Ia) en Talle? ?.
Schulte van Peize tijdens de verdeling van de Peizer marke in 1578.
Niet zeker dat de latere schulte Jan zijn zoon is. Hij kan ook een kleinzoon zijn.

Gehuwd met Anna Alting, geboren 1560, overleden 1599, dochter van Johan Alting en Roelofje Luinge.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jan Schuiringe (zie IIIa), overleden 1638 in Peize (tussen 1637 en 1639).
2. Trijntien Schuiringe (zie IIIb).
 

Generatie III

IIIa  Jan Schuiringe, overleden 1638 in Peize (tussen 1637 en 1639), zoon van Johan Schuiringe (zie IIa) en Anna Alting.
Gehuwd (1) met NN NN.
Gehuwd (2) 1620 in Peize met Catharina Luinge, geboren 1580, overleden 1656 in Peize, dochter van Roelof Luinge, eerder getrouwd in Peize met Wolter Allerts, zie genealogie Wolthers.
Jan Schuiringe, schulte van Peize 1627-1638. Genealogie Luinge: Catharyna (Trijne) Luijnge, weduwe Jan Schuiringe is in 1641 schultinne. Zij wordt herhaalde malen vermeld in de Grondschattingsregisters Peize 1641-1655 (OSA 845).
Etstoel 1623: Jan Schuiringe verzoekt om de benoeming van mombers over de
voorkinderen van zijn vrouw. Als mombers worden benoemd Jan Geerts,
voormond, Gerrijt Roelefs, Egbert Jansen en Doe Arens als voogden.

Etstoel 1639: De minderjarige kinderen van wijlen Jan Schuiringe, in leven schulte te
Peize en Catharina Luijnge, of hun mombers verzoeken om goedkeuring om de aangeërfde vaderlijke goederen te mogen verhuren. Zij krijgen toestemming om dat voor drie of vier jaar te doen met de moeder Catharina Luinge, mits zij daarover overleggen met de mombers van de voorzoon Jan Schuiringe, die dan zijn deel van de inkomsten zal moeten genieten.
Eveneens in 1639 zijn er rechtszaken tussen zowel de mombers van de kinderen van Wolter Allerts en Catharina Luinge als de mombers van de kinderen van Jan Schuiringe en Catharina Luinge en jr. Adam van Heerd van Groningen. Het gaat daarbij om goederen te Winde die Jan Schuiringe zou hebben verkocht. De mombers van de kinderen doen een beroep op naarkoop wegens sibbe (verwantschap). Dit wordt uiteindelijk in 1645 afgewezen.

In 1708 bezitten de schults Allert Reinder Wolthers en Jan Schuiringe en consorten tesamen 2 1/8 waardeel in de Woldse slag van de totaal 4 1/4 (scheiding van de Woldse Slag in Peize, in Drentse Rechtsbronnen, Willekeuren). Deze aandelen moeten wel komen van Roelof Leunge, Peizerwold, die bij de verdeling van de marke in 1577 twee waardelen toegewezen krijgt in de Woldse Slag. In dezelfde slag heeft Egbert Leunge een half waardeel, dit moet waarschijnlijk zijn Egbert Lunsche.
In 1657 procederen Abel Lunsche, Roelof Luinge en Willem Peling, respectievelijk getrouwd met Marritjen, Ameltijn en Jacobijn Schuringe, erfgenamen van wijlen Jan Schuiringe, in leven schulte van Peize, tegen Allart Wolters, schulte van Peize en Reijner Wolters over goederen die hun aller moeder Catharina Luinge voor haar overlijden zou hebben overgedragen.

In 1652 klaagt Jan Schuiringe Steven Ebbinge en Roelof Altinge, de mombers van zijn halfzusters, aan. Volgens de eiser zijn zijn halfzusters uitgeboedeld en heeft hij derhalve
recht op de hele erfenis. Deze zaak loopt nog in 1659.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Jan Schuiringe (zie IVa), overleden 1690 in Peize? (voor 1691).
Kinderen uit het tweede huwelijk:
2. Marregien Schuiringe (zie IVb).
3. Ameltien Schuiringe (zie IVc).
4. Jacobijn Schuiringe.
Gehuwd 1650 in Peize? (voor 1655) met Willem Pelinge.
Haardstedenregister Vries 1672 onder Bunne/Winde: Willem Pelingh met 4 paarden.

Drents Archief, 0294 Collectie Diversen, aanvulling inv. 112:
Akte van verkoop door Willem Pelenge en zijn vrouw Jeremijntjen Schuyringe aan Jan Lunsche en diens zoon Luitjen van enige percelen land (te Peize?), 1684 (dit zijn vermoedelijk Jan Reinders Lunsche en zijn zoon Lucas van de Peizerhorst).
Willem Peling is medemomber over het kind van Jan Schuiringe, halfbroer van zijn vrouw en Geertruid van Vollenhove. In 1664 treedt hij op namens dit kind omdat de vader een vordering die hij had heeft overgedaan aan de man van zijn stiefdochter. In 1676 is dit kind (zoon) overleden en klaagt Willem Peling te Winde zijn medemomber Abel Lunsche aan vanwege een betaling van 86 gld.
In 1685 is er een rechtszaak over de overdracht van goederen van Willem Peling te Winde en worden deze goederen grasvellig genoemd.
 
IIIb  Trijntien Schuiringe, dochter van Johan Schuiringe (zie IIa) en Anna Alting.
Gehuwd 15-10-1614 in Groningen (afkondiging) met Lubbertus Buining, hertrouwd 13-12-1617 in Groningen (afkondiging) met Frerickien Hindrix, dochter van Hillebrant Hindrix.
Huwelijksafkondiging Groningen 15-10-1614:
Die E. en welgl. Lubbertus Buininck daervoer de tutor? Maren? en de dogent. Trijntien Schuirinck ... Jan Schuirinck en Anna Altingk to Peijse Dr.
In 1636 treedt Johan Schuiringe, schulte te Peize in een zaak voor de Etstoel op als voormond over Gerhard Buering, in een vervolgzaak in hetzelfde jaar vermeld als Gerhard Buiningh.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Gerhardus Buining.
Gehuwd (1) 8-6-1639 in Groningen (afkondiging) met Hindrikje Polling, overleden 1652 in Groningen.
Huwelijk: Gerardus Buningh present en Hindrickjen Pollinge tot Onnen pro quibg? de Heer borgermeisder? Berent Julsinge waerde.
Op 5-5-1641 wordt in Groningen zoon Lubbert gedoopt, daarna nog een zoon Lubbertus en dochters Trijntien en Maria. Bij de doop van de laatste in 1652 is hij raadsheer.

Gehuwd (2) 23-1-1653 in Noordlaren met Maria Columbiers.
Huwelijk: op d'attestatie der h.h. commissaris in Groningen Gerhard Buiningh en Maria Columbiers, ook afkondiging in Groningen 1-1-1653: d'E. Gerhard Buningh en Maria Columbier.
 

Generatie IV

IVa  Jan Schuiringe, overleden 1690 in Peize? (voor 1691), zoon van Jan Schuiringe (zie IIIa) en NN NN.
Etstoel 1639: De mombers en voogden van de voorzoon van wijlen Johan Schuiringe in leven schulte te Peize treden op als eisers tegen Trijne Luijnge weduwe van de genoemde schulte. De eisers willen scheiding van de nagelaten goederen tussen Jan Schuiringe en zijn halfzusters.

Jan Schuiringe vraagt in 1645 toestemming van de Etstoel om zijn halfzuster die onlangs met Abel Lunsche op de Horst is getrouwd te mogen uitboedelen.

Gehuwd (1) 1644 met Geertruid van Vollenhove, overleden 1658, eerder getrouwd met Hans Kiers ten Berge, zoon van Jan Kiers ten Berge en Anneke Groothuis.
Deel/folio/datum 17/162/27-6-1659
Eiser: Jan Haenge te Grolloo voor zijn zoon Egbert Haenge
Verweerder: Jan Schuiringe
Onderwerp: panding
Inhoud: 91-19-12 wegens begrafeniskosten van de vrouw van verweerder,
Geertuid Vollenhoe. Verweerder is niet op komen dagen.

Deel/folio/datum 19/158/7-6-1664
Eiser: Johan Schuiringe in den Dam
Verweerder: erfgenamen van Catharina Luinge
Onderwerp: inzage stukken
Inhoud: eiser wil inzage in enige stukken.
Andere namen: mr. Jan van Alten

In 1664 verzoekt mr. Mentjen Harmens aan de Etstoel dat Jan Staels geordonneerd zal worden om aan hem te betalen de som van 1000 gld. die hij schuldig is geweest aan Jan Schuiringe en die Jan Schuiringe ter voldoening van het beloofde huwelijksgoed aan hem heeft gecedeerd. Willem Pelinge als momber van het kind van Jan Schuiringe verzoekt zich in de zaak te mogen verdiepen. Hij zal binnen 3 weken zijn lezing moeten geven aan de Heer Drost, die daarop zal beslissen.
In 1665 komt de zaak nogmaals voor de Etstoel en wordt Hendrik Staels vermeld als degene waarop Jan Schuiringe de vordering had, dit vanwege een aangekocht goed (volgens latere gegevens een huis achter de kerk van Peize). Willem Peling en Abel Lunsche treden dan op als naaste verwanten van het kind van Jan Schuiringe en Geertruid Vollenhove. Zij willen dat dit kind meedeelt in de opbrengst van het verkochte goed. De eis van Mentje Harmens wordt afgewezen, maar wel wordt besloten dat de aangeklaagden en Jan Schuirnge binnen 6 weken moeten komen tot een scheiding en verdeling van de goederen.

Mentjen Harmens blijkt getrouwd te zijn met Annetje (kinderen gedoopt in Warffum, waaronder Geertruid in 1661), die bij haar hertrouwen in 1678 in Warffum wordt vermeld als Annetje ten Berge, wed. Mentje Harmens. Zij is dus een dochter van Geertruid van Vollenhove en haar eerste echtgenoot, Hans Kiers ten Berge en een stiefdochter van Jan Schuiringe.

Gehuwd (2) 1660 met Fennegien NN, overleden 1708 in Peize, begraven 27-3-1708.
Deze Jan Schuiringe is vermoedelijk identiek met Jan Schuiringe, zoon van de rond 1638 overleden schulte Jan Schuiringe van Peize. Hij is tussen 1640 en 1664 langdurig in rechtszaken verwikkeld met zijn stiefmoeder Catharina Luinge of haar erfgenamen.

In 1660 wordt Johan Schuirink aangenomen als lidmaat in Appingedam, met attestatie van Tinallinga.
In 1664 treedt Johan Schuirnge in den Dam op als eiser tegen de erfgenamen van Catharina Luinge. Hij wil inzage in enige stukken, waar hij ook al eerder om heeft gevraagd.
In hetzelfde jaar wordt in Appingedam gedoopt Wiccher, z.v. Johannes Schuiring en Fenke.

DA, toegang 0294 Collectie Diversen inv. 83 Akte van verkoop door Jan Schuiringe en zijn vrouw Fennetjen Jans aan Titus van Ewsum van een vierdendeel waardeel gelegen in het Luingeslach in de marke van Peize; 1668

Haardstedenregister van Peize:
1691: wed. Jan Schuiringe achteraan de lijst bijgeschreven.
1692 en 1693: wed. Jan Schuiringe, keuter, daar de zoon bij in woont, doet schoenlappen.
1695 (1694 ontbreekt): Kneilies Schuiringe.
Op 27-3-1708 wordt Fennetien Schuiringe begraven. Cornelius Schuiringe betaalt voor het laken over zijn moeder.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. NN Schuiringe, overleden 1675. In 1676 klaagt Willem Pelinck te Winde Abel Lunsche op de Horst aan wegens 86 gld. die eerstgenoemde heeft betaald aan Hermannus Folckers te Groningen. Beiden waren momber over de inmiddels overleden minderjarige zoon van Jan Schuiringe.
Kinderen uit het tweede huwelijk:
2. Cornelis Schuiringe, overleden 1743 in Peize, zie genealogie Schuring.
3. Peter Schuiringe, overleden 1712 in Groningen.
Gehuwd (1) 4-1-1708 in Groingen met Jantien Hindriks.
Huwelijk: Pieter Schourinck van Peise en Jantien Hindricks van Buinen, pro qua Lutien Busch als neef.
Huwelijkscontract Groningen 10-12-1707:
Peter Schuiringh en Jantien Hindricks.
Bruidegoms zijde: Wicher Schuiringh, broer en Jan Scherhooren, verzocht.
Bruids zijde: Egbert Hindricks, broer en Luichien Busch, neef.
Recht van representatie aan de kinderen van Cornelis Schuiringh.

Gedoopt Groningen 23-9-1708: Fenneije, d.v. Peter Schuering en Jantje Peters in Prinsenstr.

Gehuwd (2) 31-12-1709 in Groningen met Grietien Blamuisers.
Huwelijk: Pieter Schuirinck van Peijse en Grietien Blamuisers van Groningen, pro qua Willem Willems als broeder.

Gedoopt Groningen 4-10-1712: Peter, z.v. Grietjen Peters wed. van Peter Schuering in Kleine Raemstr.

Er is ook een Pieter Hindriks Schuijringh, van Appingedam, die in 1722 in Groningen trouwt met Hillegonda Groothuijs, van Groningen (ook Alagonda).
4. Wicher Schuiringe, geboren 1664 in Appingedam, gedoopt 13-7-1664.
Gehuwd 25-4-1703 in Groningen met Geugien Schuiringe, dochter van Barteld Schuiringe en Cornelisje Lunsche, zie genealogie Schuiringe (2), eerder getrouwd 16-12-1678 in Groningen (afkondiging) met Wessel Egberts, eerder getrouwd 4-2-1685 in Groningen met Luppe Jans, hertrouwd 9-2-1712 in Groningen met Geert Egberts Nielandt.
Huwelijk: Wicher Schuirinck van Appingadam en Geuchjen Schuiringhe wed. van Lippe Jans, wed. van Peijse pro qua Jan Schuiringhe als neef, met belastinge tot Holwierda.
Huwelijkscontract Groningen 31-3-1703: Wicher Schuiringh en Geughien Schuiringh, dedigsluiden aan de bruidegoms zijde Cornelis Schuiringh en Peter Schuiringh als broers, aan de bruids zijde Barelt Schuiringh als broeder.
 
IVb  Marregien Schuiringe, dochter van Jan Schuiringe (zie IIIa) en Catharina Luinge.
Gehuwd 1645 in Peize met Abel Lunsche, overleden 1697 in Peize, begraven 29-12-1697, zoon van Jan Lunsche, zie genealogie Lunsche (1).
Uit Familie Lunsche, Drents Genealogisch Jaarboek 1995:
Abel Lunsche, ovl. 29- 12- 1697 tr. ongev. 1645 met Marrechien Schuiringe. Zij was een halfzuster van de schulte Jan Schuiringe die in 1630 op Ter Hansouw woonde. In 1646 verzocht hij zijn zuster te mogen uitboelen, omdat zij onlangs met Abel Lunsche was getrouwd. Abel Lunsche kreeg in zijn leven te maken met vele geldkwesties, die uitgevochten werden voor de Etstoel.
In 1665 werden Willem Pelinge en Abel Lunsche, als naaste verwanten van het kind van Jan Schuringe, en Geertruit Vollenhove aangesproken voor een bedrag van f. lOOO.-. Doch deze eis werd ongefundeerd verklaard.
Een jaar later werd Abel Lunsche door zijn schoonfamilie aangesproken op een schuld van 124 car.gld. Dit bedrag moest hij betalen. In 1668 eiste Pieter Oosterhof namens zijn vrouw een bedrag van 500 car.gld. als rest van afkooppenningen van een overeenkomst uit 1644.
Vervolgens eisten dezelfde personen nog eens 75 cargld. aan rente en 100 daalder wegens een schuld. Ook een kwestie om 16 cargld. werd voor het gerecht uitgevochten. Traden Willem Pelinge en Abel Lunsche in 1665 gezamenlijk op voor het kind van Jan Schuringe, enkele jaren later kwamen beide heren met elkaar in conflict. Het minderjarige
kind was overleden en Willem Pelinge eiste 86 cargld. op, die Abel zou moeten betalen.
In 1683 worden Abel Lunsche en zijn huisvrouw Marrechien genoemd als verweerders tegen een panding van 116 gld. gedaan door Mr. Jacob Jacobs te Groningen. De panding wordt van onwaarde verklaard omdat de obligatie van 1669 is getekend door Marrechien en zij hier de toestemming van haar echtgenoot nodig had.

In 1700 is er een zaak voor de Etstoel tussen Jan en Bernier Reinders Cluivinge, zoons van de overleden Lambertien Lunsche tegen Jan Schuiringe namens zijn broer Jan Lunsche van Groningen, voor de helft erfgenaam van zijn vader Abel Lunsche. Er is ook sprake van een nalatenschap van Hermen Peters.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jan Schuiringe, overleden 1704 in Peize, begraven juli/augustus 1704, zie genealogie Lunsche (1).
2. Jan Lunsche.
Gehuwd 28-6-1693 in Peize met Roelofje Lunsche, overleden 1722 in Peize, begraven 25-6-1722, dochter van Allert Lunsche en Grietien Schuiringe, zie genealogie Lunsche (2).
Jan Lunsche, broer van Jan Schuiringe en eveneens een zoon van Abel Lunsche woont in 1700 in Groningen. Hij is mogelijk eerder getrouwd in 1683 in Groningen met Abeltien Bavinge, maar dat kan ook een Jan Lunsche uit Peizerwold zijn.
Jan Lunsche, getrouwd met Roelofje Lunsche ondertekent in 1715 het huwelijkscontract van Jan Lunsche en Grietien Lunsche als halve neef van de bruidegom, zoals naar voren komt in 1773 bij het proces tussen Janna Lunsche en Roelof Lunsche over de erfenis van Allert Bavinge.
Op 25-6-1722 wordt begraven de vrouw van Jan Lunsche, Roelefjen Lunsche.
Op 12-6-1724 betaalt Roelof Vlieghuis te Peize de 40ste penning over 225 gld., zijnde de erfenis van hun moei (tante) Roelofjen Lunsche te Peize (Roelof Vlieghuis is getrouwd met Jantien Bavinge, dochter van Jan Bavinge en Abeltien Lunsche).
 
IVc  Ameltien Schuiringe, dochter van Jan Schuiringe (zie IIIa) en Catharina Luinge.
Gehuwd 1650 in Peize? (voor 1657) met Roelof Luinge, overleden 1660 in Peize (tussen 1657 en 1661), zoon van Bareld Luinge en Aaltien? NN, zie genealogie Luinge (4).
Etstoel 18 oktober 1661:
"Ameltijn Schuiringe weduwe van wijlen den Roelof Luinge heeft procuratie en volmacht gegeven aan de old vaandrig? Wolter Sichterman ende Johan Nijsinghe om hare zelve tegens Jan Luinge op dese tegenwoordige Lottinck waartenemen? sub clausulis conscientis van rato habitio en indemnificatie". Jan Luinge is hier waarschijnlijk olde Jan Luinge.
In 1661 maakt Aemeltjen Schuiringe, weduwe Luijnge voor zich en haar minderjarige kinderen bezwaar tegen de verkoop op 13-9-1660 van de goederen van Barelt Luinge aan zijn zoon Jan Luijnge.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jan Luinge, overleden 1700 in Peize, zie genealogie Luinge (4).
2. Aaltien Luinge, overleden 1696 in Peize, begraven 18-12-1696, zie genealogie Luinge (4).
 

Index
Genealogie Schuiringe (1)